Mark Rutte reageerde vorige week nogal zuur op berichten dat voorzitter Van Rompuy op verzoek van de Europese Raad werkte aan plannen voor structurele veranderingen in Europa. We moeten niet vluchten in vergezichten, zei hij, maar nu problemen oplossen.
Het was natuurlijk een beetje de automatische reactie van een lijsttrekker die in verkiezingstijd de hete adem van anti-Europese kiezers in zijn nek voelt. Rutte relativeerde zijn verbale wegwerpgebaar dan ook snel.
Maar het zegt ook wel iets over hoe beide mannen denken. En het is een bijna schematische weergave van het eeuwige spanningsveld tussen lange- en kortetermijn-resultaten.
Op korte termijn denken levert snel iets op. Dat is wat Rutte doet: er onder druk op aandringen dat er snel een probleem wordt weggenomen, of in ieder geval de indruk wordt gewekt dat we ergens mee bezig zijn.
Van Rompuy denkt al verder dan de recessie. Hij weet dat kortetermijn-oplossingen een risico met zich meedragen. Want wat als het probleem weg is? Business as usual? Grote kans dat hetzelfde probleem over een paar jaar net zo hard weer terugkomt.
De moeilijkheid voor Van Rompuy, nog afgezien van de steeds meer om zich heen grijpende Eurofobie in de lidstaten, is dezelfde waar veel veranderaars in organisaties mee worstelen: structurele verbeteringen leveren niet zo heel snel zichtbaar resultaat op. En zijn dus moeilijk te verkopen.
Het is te hopen dat de politieke veranderaars de balans tussen structurele verbetering en snel resultaat kunnen vinden. Er hangt wel wat van af.
maandag 11 juni 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten