maandag 13 oktober 2014

De wet van behoud van energie

Training geven is een van de belangrijkste delen van mijn werk. Het is mooi en enorm bevredigend. Wellicht herken je dit in je eigen werk.

Intensief werk
Hele dagen voor een groep staan is ook intensief. Je hebt, vergeleken met een 'kantoordag', veel minder gelegenheid om even achterover te leunen. Vooral het opstarten van een training vergt een investering in energie. De dynamiek die daarna met een groep ontstaat geeft veel energie, maar zorgt er ook voor dat je niet altijd in de gaten hebt wat een fysieke belasting het kan zijn.
Ook dit herken je misschien in je werk.

Introvert of extravert
Ik ben daarnaast, hoewel ik erg geniet van interactie en me in gezelschap prima thuis voel, in wezen vrij introvert.
Dat begrip wordt vaak verkeerd begrepen: introvert is niet identiek aan stil of verlegen. Het heeft meer te maken met hoe je energiehuishouding werkt.

Grof gezegd laden introverten hun batterij op als ze alleen of in gezelschap van een naaste zijn, en verbruiken die energie in groot gezelschap. Extraverten laden hun batterij juist op in gezelschap, en verbruiken die energie wanneer ze op zichzelf zijn aangewezen.

Op de energiemeter letten
Een van de dingen die ik de afgelopen tijd weer merk is hoe makkelijk het is om de energiemeter uit het oog te verliezen.
Ik heb gelegenheden nodig om mijn energie uit te geven. Zonder dat ontbreekt de voldoening, de zingeving.
Ik heb ook privétijd nodig om weer energie op te laden. Zonder dat loop ik langzaam leeg. Je kunt verrassend lang door op een bijna lege batterij, maar eens valt het motortje stil.

Reden genoeg om alert op de energie te zijn. Het blijft een balanceeract.
Ook dat herken je wellicht.

woensdag 8 oktober 2014

Waarom je vooral niet jezelf moet zijn

Ik las ooit een verhaal van oud-schaakkampioen Vasily Smyslov, die vertelde hoe hij vlak voor een toernooi ontdekte dat hij geen colbertje in zijn koffer had gestopt.
Hij ging snel de stad in, griste in de eerste de beste kledingwinkel een willekeurig jasje uit het rek, rekende af en ging tevreden naar zijn hotel om zich voor te bereiden op zijn eerste partij.

Een half jaar later overkwam hem dit opnieuw. Weer vond hij een kledingwinkel en kocht een willekeurig jasje.
Na het toernooi hing hij thuis het nieuwe jasje in de kast. Tot zijn verbazing bleken de twee jasjes volkomen identiek. Hij had twee keer zonder erbij na te denken exact dezelfde keuze gemaakt.

Wie ben ik?
Als trainer hoor ik wel eens mensen zeggen dat ze door het leren van nieuwe gedragsvormen 'niet meer zichzelf' zouden zijn. 
De vraag is om te beginnen al: wat is dat, jezelf zijn? Wanneer ik training geef laat ik andere stukken van mezelf zien dan wanneer ik met mijn vrouw praat, of met mijn vrienden. Ieder professioneel gedrag heeft iets van een masker, en zolang dat masker niet te veel op je gezicht schuurt is dat prima.

Automatismen
Maar wat we 'onszelf zijn' noemen is meestal niet meer dan wat we zo grondig hebben aangeleerd dat we er niet meer over nadenken. Wanneer dat gaat om het jasje dat Smyslov achter het schaakbord draagt zijn de gevolgen nog wel te overzien. Maar als hij op dezelfde manier gedachteloos een zet doet in de beslissende partij van een WK-match, wordt het al erger. 

En als wij automatisch een lastige klant een grote bek geven, of bij een dominante manager in onze schulp kruipen, hadden we misschien beter ook even niet onszelf kunnen zijn.