maandag 20 augustus 2012

Over de omgang met Alfa-mannen

Goed, nog één keer dan. Zomergasten.

Ondanks (of juist door) de vlotte babbel van Zomergast en telecom-goeroe Ben Verwaayen, was het mooiste moment gisteren een stilte.

Ik moet toegeven dat ik niet de hele aflevering heb uitgekeken. Er zaten interessante onderdelen in, de lichte en de duistere zijde van het vrije ondernemerschap, de speech van Steve Jobs aan Stanford die ik nog niet eerder had gezien - maar voor mijn smaak ook te veel ego en abstract management-jargon (en te weinig zelfreflectie en bereidheid om twijfel en onzekerheid echt te omarmen), om drie uur lang interessant te blijven.

Maar goed, dat mooiste moment. Ben Verwaayen had net, zoals hij al een paar keer had gedaan, een suggestie van interviewer Jan Leyers van tafel geveegd. Nee, dat had er helemaal niets mee te maken. Het gebeurde met de dwingende achteloosheid die veel hoge managers zich eigen hebben gemaakt, en die lijkt te zeggen: "Ach ja, dat kun jij nu wel denken, knul..."

Wat dit moment anders maakte was de reactie van Leyers. Hij sputterde niet tegen, hij knikte niet, hij keek niet op zijn blaadje wat het volgende fragment was. Hij keek Verwaayen alleen maar strak en onbewogen aan.

Het was even stil. Zonder de ruimte om door te gaan alsof er niets was gebeurd, en zonder het tegengas dat vaak brandstof is voor het motortje van Alfa-mannen, leek Verwaayen niet anders te kunnen dan bij zichzelf te rade gaan.
"Tja," zei hij. "Misschien was dat iets te snel geconcludeerd."

Gewoon kijken, zonder iets te doen. Een aardige om te onthouden, als we een Alfa-man de kans willen geven na te denken over iets wat hij het liefst buiten zijn belevingswereld wil houden.

Geen opmerkingen: