Een opmerking om bij stil te staan. Want zo vanzelfsprekend is dat niet.
Polarisatie is de laatste tijd het populairste verhaal. De 'ander' is de vijand. Daar praat je niet mee. Obama's tegenstanders zijn erg goed in dit verhaal. Veel Nederlandse politici proberen het ook.
Het is ook het verhaal dat mensen zichzelf vertellen. In veel organisaties is het cultuur geworden: CEO's die niet mét anderen praten, maar tégen hen, met zo min mogelijk ruimte voor antwoord. Medewerkers die zelfs niet tégen hun managers praten, maar met elkaar óver die managers praten. Wij zijn goed, zij zijn slecht, dom of niet te vertrouwen.
Het is het verhaal van de sheriff met de witte hoed, en de schurk met de zwarte hoed. Het verkoopt goed. Mensen voelen zich er stoer bij, en 'in control'.
Het is ook een achterhaald verhaal. De realiteit is meestal dat je de man met de zwarte hoed níet kunt uitsluiten. Omdat je simpelweg niet de macht, de wapens, of de meerderheid hebt om het zonder hem te doen.
Zo heeft Obama te maken met een sterk Republikeins gezind Congres. En als de peilingen kloppen zitten Rutte en Samsom na de verkiezing samen om de tafel. De meeste besluitvormingsprocessen, ook die in organisaties, zijn het resultaat van onderhandelingen.
Als je dan iets wilt bereiken zul je op de gewenste resultaten moeten focussen, en een deel van je heilige gelijk bij de voordeur achterlaten.
Anders blijven belangrijke beslissingen liggen. Stilstand.
Je zult ook je tegenstander enigszins 'heel' moeten laten. De basis van samenwerking is nu eenmaal dat glimpje van onderling vertrouwen. Toen Balkenende in de campagne van 2006 Wouter Bos beschuldigde van draaien en oneerlijkheid, legde hij daarmee gelijk een bom onder het kabinet dat zij later moesten vormen.
Je tegenstander als onbetrouwbare 'vijand' neerzetten omdat je daar zelf beter van denkt te worden: het komt in de praktijk neer op de tak afzagen waar je samen op zit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten