Binnenkort verhuizen mijn vrouw en ik naar Dordrecht. Best een klus: een huis woonklaar maken, een stroom dingen te regelen, mensen die je moet inschakelen. Het is meer de hoeveelheid activiteiten waar mijn hoofd wel eens van tolt dan de zwaarte van elke activiteit op zich.
Overzicht. Eerste gedachte: een to-do lijstje. Maar behalve dat die altijd onder digitale of papieren rotzooi verdwijnen, hebben ze het nadeel dat je losse acties niet in context ziet. Het is onduidelijk welk doel een actie heeft, wat de samenhang is en wat je al gedaan hebt. Slecht voor het overzicht (zeker als je ook met andere dingen bezig bent) en voor de motivatie.
Een projectplan? Doet me denken aan de nogal vergaande invoering van Prince2 bij een vroegere werkgever: we grapten uiteindelijk dat je zelfs een Project Initiation Document moest schrijven om een stoel te verplaatsen of een wind te laten. Voor onze verhuizing is compleet projectmanagement schieten met een kanon op, nou ja geen mug, maar in ieder geval een konijn.
En nu ik er over nadenk is dat ook waar mijn klanten vaak mee zitten. Wensen die te groot zijn om uit de losse pols op te pakken, maar te klein om er alle aspecten van een uitgebreide en soms wat logge methode voor in te voeren. Ze zoeken iets wat daartussen zit, wat overzicht en vaart geeft, zonder te veel overhead. Een mooie uitdaging voor een adviseur/coach.
Wij staan nu regelmatig voor de zijkant van een kledingkast. Daarop de activiteiten in ouderwetse geeltjes (lekker zichtbaar), op een tijdlijn toewerkend naar een paar eindresultaten. En als we iets afgerond hebben zetten we er met een voldaan gezicht een vinkje op en schuiven het naar boven, nog steeds in het zicht, want als er iets motiveert is het wel volbracht werk.
Nog minder dan vier weken tot de verhuizing.
donderdag 25 juni 2015
dinsdag 19 mei 2015
"Niet nu, ik ben met vakantie"
Ze kijken verbluft naar de rondhippende figuur aan hun voeten, de vrouw kijkt haar man vragend aan, en hij zegt met een zucht, "I'm on a holiday!"
Als mensen begeleiden of aansturen je werk is, is de verleiding groot om steeds in het 'coachingsstandje' te schieten. 'Als ik je even een tip mag geven...' 'Heb je dit wel vaker?' 'Er zijn handiger manieren om dit te doen, hoor.'
Ik had het zelf onlangs, toen een medewerker van je bank me omstandig begon uit te leggen dat het toch echt aan mij lag dat ik bepaalde informatie niet op de website had kunnen vinden. Alle tips uit de training Klantgericht Communiceren lagen op het puntje van mijn tong, en schreeuwden om eruit te mogen.
Uiteraard zijn er momenten dat je mensen moet aanspreken op hun gedrag. Wanneer het schade veroorzaakt. Wanneer je er echt oprecht last van hebt. Wanneer morele grenzen worden overschreden.
Maar als je niet oppast heb je voor iedere winkelbediende of kassamedewerker die je tegenkomt zo bepaald dat hij of zij jouw coachklant of studieobject of opstandige ondergeschikte is. Dat is hij niet, het is niet jouw plek om dat te bepalen.
En zeg nou zelf, naar de mensen kijken alsof iedereen een soort Basil Fawlty is, en jij hun psychiater, dat is toch wel van een zekere hoogmoed.
woensdag 25 maart 2015
Het natuurlijke ritme: volgen of negeren?
De dagen worden langer. Buiten kondigen bloesems de lente aan. Een
natuurlijk ritme dat je kunt voelen: een lentedag voelt anders aan dan
een zomer-, herfst- of winterdag.
Onze kalender is ook op dit ritme gebaseerd. Zomervakantie en kerstdagen zijn voor bijna iedereen vaste punten in het jaar. Het is bijna Pasen, de jaarlijkse Matthäuspassion is voor sommigen ook zo 'n moment.
Een ritme geeft duidelijkheid aan mensen en organisaties: werkweken, boekjaren en vaste sportavonden zijn erop gebaseerd. Maar een ritme geeft ook reliëf aan het leven - zonder dit soort ritmes zou iedere dag wel erg hetzelfde zijn.
En een ritme helpt ons om inspanning en ontspanning af te wisselen. Een levensbehoefte voor mensen: zelfs de meest verwoed scheppende kunstenaar of ondernemer werkt het best als hij momenten van gedreven de grens opzoeken afwisselt met momenten van achterover leunen en bijtanken.
Strekken - consolideren noemt Robert Fritz dat patroon, dat voorkomt dat we in lethargie wegzinken (consolideren - consolideren - consolideren) of onszelf opbranden (strekken - strekken - strekken).
Jammer dus dat we steeds meer los komen te staan van die ritmes.
Door kunstlicht hoeven we niet meer te gaan slapen als de zon ondergaat.
Door de voedselindustrie kunnen we in januari zomerse groenten eten.
In de 24-uurseconomie wordt gelachen om het idee van 's avonds vrij zijn.
En door de ontkerkelijking is één rustdag per week ook niet echt hip meer.
Daardoor moeten we steeds meer - en meestal ieder voor zich - onze eigen ritmes maken, en vaak vergeten we dat. Ook in organisaties, met de voortdurende reorganisatierondes als typisch voorbeeld van dat strekken - strekken - strekken -patroon, waarin medewerkers de prijs betalen voor de dadendrang van nieuwe managers, voor de druk van de markt, en vooral voor onze neiging om geen rekening te houden met het natuurlijke ritme van spannen en ontspannen.
Ik merk dat ik de afgelopen tijd meer bezig ben geweest met dit soort ritmes. In allerlei vormen:
Scheiding maken tussen weekdagen en weekeinddagen.
De zakelijke mail 's avonds en in het weekeind dicht houden.
Erwtensoep maken in de winter.
Af en toe eens tussen de bloesems of de herfstbladeren wandelen.
En in de aanloop naar Pasen eens grijpen naar de CD van de Matthäus.
(de tweede opname van Herreweghe, voor wie het wil weten. Linkje voor wie het wil horen.)
Onze kalender is ook op dit ritme gebaseerd. Zomervakantie en kerstdagen zijn voor bijna iedereen vaste punten in het jaar. Het is bijna Pasen, de jaarlijkse Matthäuspassion is voor sommigen ook zo 'n moment.
Een ritme geeft duidelijkheid aan mensen en organisaties: werkweken, boekjaren en vaste sportavonden zijn erop gebaseerd. Maar een ritme geeft ook reliëf aan het leven - zonder dit soort ritmes zou iedere dag wel erg hetzelfde zijn.
En een ritme helpt ons om inspanning en ontspanning af te wisselen. Een levensbehoefte voor mensen: zelfs de meest verwoed scheppende kunstenaar of ondernemer werkt het best als hij momenten van gedreven de grens opzoeken afwisselt met momenten van achterover leunen en bijtanken.
Strekken - consolideren noemt Robert Fritz dat patroon, dat voorkomt dat we in lethargie wegzinken (consolideren - consolideren - consolideren) of onszelf opbranden (strekken - strekken - strekken).
Jammer dus dat we steeds meer los komen te staan van die ritmes.
Door kunstlicht hoeven we niet meer te gaan slapen als de zon ondergaat.
Door de voedselindustrie kunnen we in januari zomerse groenten eten.
In de 24-uurseconomie wordt gelachen om het idee van 's avonds vrij zijn.
En door de ontkerkelijking is één rustdag per week ook niet echt hip meer.
Daardoor moeten we steeds meer - en meestal ieder voor zich - onze eigen ritmes maken, en vaak vergeten we dat. Ook in organisaties, met de voortdurende reorganisatierondes als typisch voorbeeld van dat strekken - strekken - strekken -patroon, waarin medewerkers de prijs betalen voor de dadendrang van nieuwe managers, voor de druk van de markt, en vooral voor onze neiging om geen rekening te houden met het natuurlijke ritme van spannen en ontspannen.
Ik merk dat ik de afgelopen tijd meer bezig ben geweest met dit soort ritmes. In allerlei vormen:
Scheiding maken tussen weekdagen en weekeinddagen.
De zakelijke mail 's avonds en in het weekeind dicht houden.
Erwtensoep maken in de winter.
Af en toe eens tussen de bloesems of de herfstbladeren wandelen.
En in de aanloop naar Pasen eens grijpen naar de CD van de Matthäus.
(de tweede opname van Herreweghe, voor wie het wil weten. Linkje voor wie het wil horen.)
maandag 16 maart 2015
'Zeggen dat alles klote is, is de makkelijkste weg'
Afgelopen vrijdagavond overleed René Gude, oud-directeur van de Internationale School voor Wijsbegeerte, tot begin van dit jaar Denker des Vaderlands, en 'standup filosoof' zoals hij zichzelf noemde - nogal ironisch aangezien hij de laatste jaren van zijn leven als gevolg van kanker maar één been had.
Worden wie je bent
Gude was het soort filosoof dat zich niet hult in duisterheden maar juist de filosofie helder en praktisch toepasbaar wil maken. Filosofie was voor hem 'knutselen aan je gedachten' om daarmee (in de woorden van Nietzsche) 'te worden wie je bent', ofwel de best mogelijke versie van jezelf die je in die paar decennia uit de ruwe steen kunt hakken.
Productief denken
Gedachten waren voor Gude de ingang. Want wat ons overkomt, daar kunnen we meestal weinig aan veranderen. Wat we erbij voelen, idem dito. Maar hoe we over die dingen denken, daar hebben we invloed op.
We kunnen onze gedachten gebruiken om nog wat extra te zwelgen in gevoelens van angst en woede, om onszelf een beeld van doelloosheid aan te praten. Als lid van de 'Verloren generatie' in de jaren '70 kende Gude zelf dat patroon maar al te goed, zo vertelde hij interviewer Wim Brands.
Of we kunnen een andere weg gebruiken. Filosofie werd Gudes middel om zijn gedachten juist helder te houden en productief te kunnen gebruiken. 'Ik kon eerst helemaal niet zo goed denken,' zei hij. Dat hij het aan het eind van zijn leven tot Denker des Vaderlands had geschopt vond hij zo te horen tegelijkertijd een grote eer en een reuzemop.
Optimisme
Zijn boodschap was optimistisch. Niet in de wezenloze vorm die stelt dat alles goed is. Maar dat het leven waardevol is, en dat het zinvol en mogelijk is om de dingen beter te maken.
Dat kost vaak inspanning. 'Het leven is soms best een gedoe,' zei hij, en hij kon het weten. Maar ook: 'zeggen dat alles klote is, is de makkelijkste weg.' Depressionisme, zo noemde hij zijn realistische vorm van optimisme, ongetwijfeld met een ferme knipoog.
Beïnvloedbaar
Een van zijn belangrijke lessen was verder dat niemand alleen leeft. 'Zelfs als je een klootzak wilt zijn heb je iemand nodig om een klootzak tegen te zijn,' zei hij.
Hij pleitte er dus ook voor dat mensen zich beïnvloedbaar opstellen, ofwel dat ze zich door anderen durven te laten inspireren. Hijzelf vormde veel van zijn gedachten juist in gesprekken met anderen. 'Dat is eigenlijk een heel goed idee,' zei hij nog in een gesprek met de presentator van het programma 'De Kist' (waarin hij overigens ook zonder blikken of blozen een éénbenige doodskist paste).
Dat betekende overigens niet dat hij een softe kijk op relaties had. 'Maak ruzie,' zei hij. 'Als je ruzie maakt bent je in elk geval geïnteresseerd.' En: 'Wees trouw. Maar blijf niet uit pure trouwigheid je hele leven bij iemand die niet bij je past.'
Waardevol
Dat Gude veel bezig was met het denken betekende niet dat hij een mens zonder gevoelens was. Integendeel, in de latere interviews zagen we een geëmotioneerd man, vol verdriet over het feit dat dat mooie leven doorging maar dat hij er geen deel meer van kon uitmaken. Met gevoelens van angst en woede had hij niet zo veel, maar dat verdriet kon hij waarderen.
'In verdriet kun je verblijven,' zei hij.
Het verdriet over iets wat hij moest gaan missen was voor hem een bevestiging hoe enorm waardevol het voor hem was.
Worden wie je bent
Gude was het soort filosoof dat zich niet hult in duisterheden maar juist de filosofie helder en praktisch toepasbaar wil maken. Filosofie was voor hem 'knutselen aan je gedachten' om daarmee (in de woorden van Nietzsche) 'te worden wie je bent', ofwel de best mogelijke versie van jezelf die je in die paar decennia uit de ruwe steen kunt hakken.
Productief denken
Gedachten waren voor Gude de ingang. Want wat ons overkomt, daar kunnen we meestal weinig aan veranderen. Wat we erbij voelen, idem dito. Maar hoe we over die dingen denken, daar hebben we invloed op.
We kunnen onze gedachten gebruiken om nog wat extra te zwelgen in gevoelens van angst en woede, om onszelf een beeld van doelloosheid aan te praten. Als lid van de 'Verloren generatie' in de jaren '70 kende Gude zelf dat patroon maar al te goed, zo vertelde hij interviewer Wim Brands.
Of we kunnen een andere weg gebruiken. Filosofie werd Gudes middel om zijn gedachten juist helder te houden en productief te kunnen gebruiken. 'Ik kon eerst helemaal niet zo goed denken,' zei hij. Dat hij het aan het eind van zijn leven tot Denker des Vaderlands had geschopt vond hij zo te horen tegelijkertijd een grote eer en een reuzemop.
Optimisme
Zijn boodschap was optimistisch. Niet in de wezenloze vorm die stelt dat alles goed is. Maar dat het leven waardevol is, en dat het zinvol en mogelijk is om de dingen beter te maken.
Dat kost vaak inspanning. 'Het leven is soms best een gedoe,' zei hij, en hij kon het weten. Maar ook: 'zeggen dat alles klote is, is de makkelijkste weg.' Depressionisme, zo noemde hij zijn realistische vorm van optimisme, ongetwijfeld met een ferme knipoog.
Een van zijn belangrijke lessen was verder dat niemand alleen leeft. 'Zelfs als je een klootzak wilt zijn heb je iemand nodig om een klootzak tegen te zijn,' zei hij.
Hij pleitte er dus ook voor dat mensen zich beïnvloedbaar opstellen, ofwel dat ze zich door anderen durven te laten inspireren. Hijzelf vormde veel van zijn gedachten juist in gesprekken met anderen. 'Dat is eigenlijk een heel goed idee,' zei hij nog in een gesprek met de presentator van het programma 'De Kist' (waarin hij overigens ook zonder blikken of blozen een éénbenige doodskist paste).
Dat betekende overigens niet dat hij een softe kijk op relaties had. 'Maak ruzie,' zei hij. 'Als je ruzie maakt bent je in elk geval geïnteresseerd.' En: 'Wees trouw. Maar blijf niet uit pure trouwigheid je hele leven bij iemand die niet bij je past.'
Waardevol
Dat Gude veel bezig was met het denken betekende niet dat hij een mens zonder gevoelens was. Integendeel, in de latere interviews zagen we een geëmotioneerd man, vol verdriet over het feit dat dat mooie leven doorging maar dat hij er geen deel meer van kon uitmaken. Met gevoelens van angst en woede had hij niet zo veel, maar dat verdriet kon hij waarderen.
'In verdriet kun je verblijven,' zei hij.
Het verdriet over iets wat hij moest gaan missen was voor hem een bevestiging hoe enorm waardevol het voor hem was.
maandag 19 januari 2015
Perverse Prikkels
Ik heb mij vorige maand voor het eerst een varifocus-bril laten aanmeten. Ik ben 47, mijn armen zijn nog lang genoeg, maar mijn ogen werden er wel moe van, dus het werd tijd.
Toch merk ik dat een leven lang kijken naar wat mensen drijft me wantrouwig maakt wanneer ik voor een advies afhankelijk ben van iemand (in dit geval de opticien) die me op basis van dat advies iets gaat verkopen.
Ratten, perkament
Mensen laten zich in hun beslissingen leiden door prikkels. Met een duur woord heet dat de incentive superresponse-neiging.
In zijn verzamelbundel De kunst van het heldere denken noemt Rolf Dobelli amusante voorbeelden van de onvoorziene gevolgen die prikkels kunnen hebben. Mensen die tijdens een rattenplaag juist ratten gingen fokken, omdat de autoriteiten een premie per dode rat betaalden. Dode Zeerollen die in stukken werden gescheurd, omdat er een vindersloon was uitgeloofd per stuk perkament.
Perverse prikkels noemt men dit ook wel.
Frustratie
In organisaties kom ik dit ook tegen. Wanneer je je alleen stuurt op financiële doelstellingen (of 'waarde voor de aandeelhouder'), loop je het risico dat je je klant in de kou laat staan. Wanneer je er alleen maar op stuurt om de klant te bieden wat hij op dat moment vraagt, loop je het risico dat je eigen organisatie het niet trekt of dat je te weinig investeert in de toekomst.
In de ICT-serviceorganisaties waar ik veel mee werk, kom ik nogal eens gefrustreerde coördinatoren tegen. Die zijn verantwoordelijk gemaakt voor een bepaald resultaat, bijvoorbeeld dat mensen uit meerdere afdelingen samen een gebruiker met een storing zo snel mogelijk helpen. Het probleem is dat de coördinator weinig macht heeft, en dat de mensen van wie hij de activiteiten moet coördineren door hun eigen manager op heel andere doelstellingen worden aangestuurd.
Weerstand bieden aan de prikkel
Het is goed hier alert op te zijn. En om zelf af en toe weerstand te bieden aan deze prikkels.
Een accountmanager bij mijn oude werkgever gaf daar een mooi voorbeeld van. Een klant vroeg haar om een vervolgdag voor een eerdere training waarvan het effect volgens hem begon weg te zakken.
Een belangrijke prikkel voor accountmanagers is de doelstelling (en bijbehorende bonus) om veel te verkopen. Wat de gevolgen daarvan kunnen zijn hebben we de afgelopen tijd regelmatig in het nieuws kunnen zien.
Maar deze accountmanager vroeg even door. Er bleek een flinke reorganisatie gaande. Reorganisaties gaan doorgaans niet goed samen met openheid en bereidheid om iets te leren. Onze accountmanager weigerde de vervolgdag te verkopen. Ze sprak af om weer contact op te nemen wanneer de storm wat was gaan liggen.
Zo won ze niet alleen mijn respect, maar ook (en nog belangrijker) dat van de klant.
Ik ga er maar van uit dat mijn opticien die weerstand ook heeft kunnen bieden (en dat mijn ogen mij niet bedrogen hebben).
Toch merk ik dat een leven lang kijken naar wat mensen drijft me wantrouwig maakt wanneer ik voor een advies afhankelijk ben van iemand (in dit geval de opticien) die me op basis van dat advies iets gaat verkopen.
Ratten, perkament
Mensen laten zich in hun beslissingen leiden door prikkels. Met een duur woord heet dat de incentive superresponse-neiging.
In zijn verzamelbundel De kunst van het heldere denken noemt Rolf Dobelli amusante voorbeelden van de onvoorziene gevolgen die prikkels kunnen hebben. Mensen die tijdens een rattenplaag juist ratten gingen fokken, omdat de autoriteiten een premie per dode rat betaalden. Dode Zeerollen die in stukken werden gescheurd, omdat er een vindersloon was uitgeloofd per stuk perkament.
Perverse prikkels noemt men dit ook wel.
Frustratie
In organisaties kom ik dit ook tegen. Wanneer je je alleen stuurt op financiële doelstellingen (of 'waarde voor de aandeelhouder'), loop je het risico dat je je klant in de kou laat staan. Wanneer je er alleen maar op stuurt om de klant te bieden wat hij op dat moment vraagt, loop je het risico dat je eigen organisatie het niet trekt of dat je te weinig investeert in de toekomst.
In de ICT-serviceorganisaties waar ik veel mee werk, kom ik nogal eens gefrustreerde coördinatoren tegen. Die zijn verantwoordelijk gemaakt voor een bepaald resultaat, bijvoorbeeld dat mensen uit meerdere afdelingen samen een gebruiker met een storing zo snel mogelijk helpen. Het probleem is dat de coördinator weinig macht heeft, en dat de mensen van wie hij de activiteiten moet coördineren door hun eigen manager op heel andere doelstellingen worden aangestuurd.
Weerstand bieden aan de prikkel
Het is goed hier alert op te zijn. En om zelf af en toe weerstand te bieden aan deze prikkels.
Een accountmanager bij mijn oude werkgever gaf daar een mooi voorbeeld van. Een klant vroeg haar om een vervolgdag voor een eerdere training waarvan het effect volgens hem begon weg te zakken.
Een belangrijke prikkel voor accountmanagers is de doelstelling (en bijbehorende bonus) om veel te verkopen. Wat de gevolgen daarvan kunnen zijn hebben we de afgelopen tijd regelmatig in het nieuws kunnen zien.
Maar deze accountmanager vroeg even door. Er bleek een flinke reorganisatie gaande. Reorganisaties gaan doorgaans niet goed samen met openheid en bereidheid om iets te leren. Onze accountmanager weigerde de vervolgdag te verkopen. Ze sprak af om weer contact op te nemen wanneer de storm wat was gaan liggen.
Zo won ze niet alleen mijn respect, maar ook (en nog belangrijker) dat van de klant.
Ik ga er maar van uit dat mijn opticien die weerstand ook heeft kunnen bieden (en dat mijn ogen mij niet bedrogen hebben).
maandag 12 januari 2015
Gunstige wind
Gunstige wind, dat is de nieuwjaarswens die ik in 2015 naar mijn klanten en relaties heb gestuurd.
Daar zit een persoonlijk trekje aan: 2014 was voor mij een jaar waarin de omstandigheden soms opmerkelijk mee, en soms bizar tegen zaten, een onrustig jaar met veranderlijke, vlagerige wind.
Omstandigheden
In de afgelopen decennia heb ik wel geleerd dat je, zakelijk of privé, het beste functioneert als je omstandigheden niet ziet als bepalende kracht in je leven, maar als factoren die je soms kunt gebruiken, waar je soms je vaarroute of de stand van je zeilen op moet aanpassen, maar die uiteindelijk niet bepalen welk doel jij wilt bereiken.
Tegelijk merk ik natuurlijk ook dat sommige winden beter zeilen dan andere, dat het bij langdurige windstilte niet echt opschiet, dat voortdurend tegen felle windstoten moeten opboksen je behoorlijk kan uitputten. En dat je soms, terwijl je je zeilen blijft aanpassen, oprecht kunt hopen op 'gunstige wind', voor jezelf en anderen, hoe klein je invloed daarop ook is.
Zeilboten en windmolens
Zo'n zeilboot is een populaire metafoor: het doel dat je wilt bereiken, de route ernaar toe, de manier waarop je de zeilen daarbij gebruikt. Maar ik had geen eigen foto van een zeilboot voor mijn nieuwjaarswens. Wel een paar van windmolens, gemaakt tijdens een wandeling bij Kinderdijk.
Een toevallige keuze dus, maar achteraf wel een toepasselijke.
Met een zeilboot probeer je ergens te komen. Als je uiteindelijk bent aangemeerd is het zeilen voorbij. Dit lijkt op de situatie waarin je met een project bezig bent, iets nieuws ontwikkelt, een boek schrijft, een nieuw huis zoekt, of een nieuw IT-systeem in een organisatie invoert. Een veranderdoel dus, in de woorden van Robert Fritz.
Een windmolen daarentegen draait steeds door. Als het meel gemalen is geldt altijd: morgen wordt er weer gedraaid. Dit lijkt op de situatie wanneer je iets beheert, wanneer je je best doet om gezond te leven, je relatie fris te houden of je huis op orde, of wanneer je van dag tot dag zorgt dat gebruikers dat mooie IT-systeem naar tevredenheid kunnen gebruiken. Een continuïteitsdoel dus.
Sexy ontwikkelaars en degelijke beheerders
Veranderdoelen zijn sexy. Denk aan: creativiteit, innovatie, deadlines halen, nieuwe producten.
Continuïteitsdoelen zijn veel minder sexy. Iedereen denkt dan aan: degelijkheid, routine, de zaak drijvend houden, schoonmaken, afwassen.
We concentreren ons daarom het liefst op tijdelijke sprints waarin we veranderdoelen proberen te bereiken: diëten, actieplannen van geluksgoeroes, verandertrajecten in organisaties.
Toch zijn het vaak die 'saaie' continuïteitsdoelen, de beheersaspecten, die het meeste impact hebben op je geluk en gezondheid als mens, en op de kosten en resultaten van organisaties.
Laten het nu ook de beheerders zijn die een groot deel van mijn klantengroep uitmaken. Daarom wordt 2015 voor mij ook: het jaar van de windmolen.
Ik wens iedereen nogmaals: gunstige wind!
Daar zit een persoonlijk trekje aan: 2014 was voor mij een jaar waarin de omstandigheden soms opmerkelijk mee, en soms bizar tegen zaten, een onrustig jaar met veranderlijke, vlagerige wind.
Omstandigheden
In de afgelopen decennia heb ik wel geleerd dat je, zakelijk of privé, het beste functioneert als je omstandigheden niet ziet als bepalende kracht in je leven, maar als factoren die je soms kunt gebruiken, waar je soms je vaarroute of de stand van je zeilen op moet aanpassen, maar die uiteindelijk niet bepalen welk doel jij wilt bereiken.
Tegelijk merk ik natuurlijk ook dat sommige winden beter zeilen dan andere, dat het bij langdurige windstilte niet echt opschiet, dat voortdurend tegen felle windstoten moeten opboksen je behoorlijk kan uitputten. En dat je soms, terwijl je je zeilen blijft aanpassen, oprecht kunt hopen op 'gunstige wind', voor jezelf en anderen, hoe klein je invloed daarop ook is.
Zeilboten en windmolens
Zo'n zeilboot is een populaire metafoor: het doel dat je wilt bereiken, de route ernaar toe, de manier waarop je de zeilen daarbij gebruikt. Maar ik had geen eigen foto van een zeilboot voor mijn nieuwjaarswens. Wel een paar van windmolens, gemaakt tijdens een wandeling bij Kinderdijk.
Een toevallige keuze dus, maar achteraf wel een toepasselijke.
Met een zeilboot probeer je ergens te komen. Als je uiteindelijk bent aangemeerd is het zeilen voorbij. Dit lijkt op de situatie waarin je met een project bezig bent, iets nieuws ontwikkelt, een boek schrijft, een nieuw huis zoekt, of een nieuw IT-systeem in een organisatie invoert. Een veranderdoel dus, in de woorden van Robert Fritz.
Een windmolen daarentegen draait steeds door. Als het meel gemalen is geldt altijd: morgen wordt er weer gedraaid. Dit lijkt op de situatie wanneer je iets beheert, wanneer je je best doet om gezond te leven, je relatie fris te houden of je huis op orde, of wanneer je van dag tot dag zorgt dat gebruikers dat mooie IT-systeem naar tevredenheid kunnen gebruiken. Een continuïteitsdoel dus.
Sexy ontwikkelaars en degelijke beheerders
Veranderdoelen zijn sexy. Denk aan: creativiteit, innovatie, deadlines halen, nieuwe producten.
Continuïteitsdoelen zijn veel minder sexy. Iedereen denkt dan aan: degelijkheid, routine, de zaak drijvend houden, schoonmaken, afwassen.
We concentreren ons daarom het liefst op tijdelijke sprints waarin we veranderdoelen proberen te bereiken: diëten, actieplannen van geluksgoeroes, verandertrajecten in organisaties.
Toch zijn het vaak die 'saaie' continuïteitsdoelen, de beheersaspecten, die het meeste impact hebben op je geluk en gezondheid als mens, en op de kosten en resultaten van organisaties.
Laten het nu ook de beheerders zijn die een groot deel van mijn klantengroep uitmaken. Daarom wordt 2015 voor mij ook: het jaar van de windmolen.
Ik wens iedereen nogmaals: gunstige wind!
Abonneren op:
Posts (Atom)